Iedereen weet wat een polaroid is: een foto die direct uit de camera komt en zich in enkele minuten ontwikkelt. Wat veel minder mensen weten is dat Nederland een prominente rol heeft gespeeld in de geschiedenis van polaroid fotografie. De eerste polaroid camera zag weliswaar het licht in Amerika in 1948, maar de grootste fabriek voor de films in de wereld opende haar deuren in 1965 in Enschede. In 1970 werd ook het Europese hoofdkantoor van Polaroid Company in Amsterdam gevestigd en daar werd een begin gemaakt met de uitbreiding van de beroemde fotoverzameling ‘The Polaroid Collection’ met werk van Europese fotografen.
Met de komst van betaalbare digitale fotografie in de tachtiger jaren begon de markt voor polaroids af te brokkelen. Polaroid Company stopte uiteindelijk in 2007 de productie van camera’s en in 2008 sloot de fabriek in Enschede haar deuren. Een grote groep fotografen bleef echter gecharmeerd van polaroids en ex-werknemers hebben in 2017 de productie in Enschede weer opgestart (‘The impossible project’). Nieuwe en refurbished camera’s zijn weer volop te koop. (Ook Fujifilm en Holga hebben inmiddels soortgelijke camera’s en filmmateriaal uitgebracht.)
Niet vreemd dus dat veel Nederlandse fotografen intensief gebruikt hebben gemaakt van het medium. Bekende namen zijn Anton Corbijn, Ulay, Auke Bergsma, Toto Frima, Bert Teunissen, Vincent Mentzel, Paul de Nooijer, en Marcel van der Vlugt. Zij werken of werkten met polaroid en zijn op de expositie vertegenwoordigd. Hoe kwam het dat zoveel fotografen enthousiast met polaroid aan de gang gingen?
Een niet onbelangrijke factor was het beleid van hoofdkantoor in Amsterdam: geef vooraanstaande fotografen de beschikking over polaroidcamera’s en -filmmateriaal en laat hen er zoveel mogelijk mee experimenteren. Bovendien werden veel polaroids aangekocht door het bedrijf Polaroid om hiermee onder andere ‘the polaroid collection’ aan te leggen. Fotografen als David van ’t Veen, Ulay en Hans Molenkamp konden zoveel met Polaroidmateriaal experimenteren als zij wilden. Al gauw wisten veel Nederlandse fotografen en fotografiestudenten de weg naar het kantoor van Polaroid aan de Boelelaan in Amsterdam te vinden: er zijn daardoor veel werken van Nederlandse fotografen in de Polaroid Collection opgenomen.
De manier waarop polaroid werd gebruikt verschilde nogal per fotograaf/kunstenaar. Voor fotografen als Ulay en Marcel van der Vugt werd het hun handelsmerk. Zij werkten veel met grootformaat polaroids. Ulay ging daarin heel ver. Hij ontwikkelde de zogenaamde ‘Polagrammen’: levensgrote Polaroids waarvoor hij letterlijk in een groot-formaatcamera stapte; een radicaal samenbrengen van het lichaam van de kunstenaar en de ‘body’ van de camera. Eén Polaroidwerk van zijn hand is van afmeting zelfs groter dan 2,5 meter.
Marcel van der Vugt werkt inmiddels al zo’n veertig jaar met polaroid. Eerst op 4×5 inch, later op het 8×10 en zelfs 20x25 inch formaat. Hij werkte vrijwel uitsluitend op polaroid totdat hij de film niet of nauwelijks meer kon krijgen. Inmiddels werkt hij vooral digitaal, maar met nog altijd een liefde voor polaroid; als hij de hand kan leggen op groot formaat polaroid film, dan doet hij dat nog steeds.
Eén van de weinigen die recent nog met groot formaat polaroid werkte is Walter Sans. Zo maakt hij portretten met een groot-formaat camera op 8×10 inch Polaroidfilm. Eén van zijn belangrijkste projecten is de ‘Fragile’-serie; portretten van professionele fashionmodellen, die in tegenstelling tot hun dagelijkse routine, hun kwetsbaarheid tonen. Deze serie fotografeert hij op originele 9×13 cm Polaroid Chocolatefilm die gevonden werd in de opslag van de failliete Mexicaanse fabriek.
De keuze voor polaroid als medium werd bij deze fotografen bepaald door de kleurweergave en de specifieke sfeer die dat meebracht, maar ook door het werkproces; elke opname leverde direct een kant-en-klaar, uniek eindresultaat op, binnen anderhalve minuut.
Reportagefotografen als Vincent Mentzel gebruikten het SX-70 materiaal vooral als middel om het ijs te breken tussen fotograaf en ‘onderwerp’ voordat er met de spiegelreflexcamera ‘echt’ gewerkt ging worden.
Tot zo’n decennium geleden werden polaroids overigens ook veel gebruikt voor proefopnames met analoge midden- en grootformaat camera’s. De kosten van een polaroid waren beduidend lager dan die van de analoge film en bovendien wist je meteen of je instellingen goed waren. Die polaroids zijn over het algemeen in de prullenbak verdwenen. Op de tentoonstelling is vooral werk te zien van fotografen die polaroid gebruikten, omdat ze het een interessant medium vonden om zich als kunstenaar te uiten.
De grote doorbraak van Polaroid werd teweeg gebracht in 1972 door de introductie van de SX-70 Land Camera en bijbehorende films. De foto kwam na de opname automatisch uit de camera en ontwikkelde zich vervolgens in zestig seconden bij daglicht voor de ogen van de maker. De verschijningsvorm was de karakteristieke witte rechthoekige vorm van ongeveer 89 x 108 mm met een beeld van 79 x 79 mm, tot op de dag van vandaag een veelvuldig gebruikt design-icoon! Het nieuwe materiaal bood grote voordelen: na de druk op de knop hoefde men niets meer te doen, de foto zat zelfs al in een passe-partout!
De typische eigenschappen van het polaroidpapier daagde de fotograaf ook uit tot experimenteren: in de eerste minuut van ontwikkelen waren de foto-emulsies nog zacht en konden met spatels verschoven worden (zie de foto’s van Sjef Henderickx), de beeldlaag kon van de overige chemicaliën losgeweekt worden (zie de foto’s van Arno Bauman) of met een reeks relatief kleine beelden kon een veel groter totaalbeeld gecreëerd worden (zie de foto’s van Paul de Nooijer). Ook kunstenaars waren gek op polaroids en gebruikten het om hun dagelijks leven mee te documenteren. (Instagrammers avant la lettre!) Het nieuwe materiaal veroorzaakte dus een explosie aan creativiteit en veranderde de fotografie voor altijd.
Zoals gezegd verdween polaroid een beetje uit beeld door de opkomst van de digitale fotografie en smartphones. Maar net als het vinyl in de platenindustrie is ook polaroid teruggekeerd op het podium. Eigentijdse fotografen als Ingeborg Everaerd, Marlike Marks en Dutch Polaroidgirl (Annemiek Schmidt Crans) hebben de charmes van het medium herontdekt en maken polaroids tot een belangrijk deel van hun portfolio. Ook de bij KunstWerkt aangesloten kunstenaars Esther van Duffelen, Inge Hoefnagels en Wybe Hietbrink experimenteren met de nieuwe mogelijkheden. Ook deze hedendaagse polaroidfotografie is vertegenwoordigd op de expositie.
Op het moment van schrijven is nog niet bekend op welke locaties in Schiedam er allemaal polaroid kunst te zien zal zijn. De hoofdlocatie is in ieder geval het nieuwe onderkomen van KunstWerkt; het oude postkantoor van Schiedam op de Lange Nieuwstraat 191. Daar bevinden zich ook galerie Voûte en St. Tone & Image (voortzetting van De Fotowerkplaats) naar verwachting deel uit zullen maken van de expositie. Ook bij Monopole en S’DaM in Schiedam zullen polaroids geëxposeerd worden. Op website en social media komt een kaart met actuele locaties.