Piet Paaltjens wandeling
Regelmatig organiseert Stichting Kunstwerkt wandelingen door de Schiedamse binnenstad, die in het teken staat van het leven en de tijd van de bekendste Nederlandse dichter uit de Romantiek. Paaltjens was het alter ego van Francois HaverSchmidt (1835-1894) uit Leeuwarden, die in 1864 werd benoemd als predikant in Schiedam, waar hij op 18 januari 1894 zelfmoord pleegde.
De wandeling begint om 14.00 uur bij Pand Paulus aan de Korte Haven 125. Dit is ook rond 15.30 uur het eindpunt, waarbij deelnemers ontvangen worden met koffie en thee en bovendien de tentoonstelling in Pand Paulus kunnen bezoeken. Deelname aan de wandeling is gratis.
Het initiatief voor het ontwikkelen en uitvoeren van de wandeling is genomen door de Stichting Kunstwerkt en wordt financieel gesteund door de gemeente Schiedam.
'In de voetsporen van Piet Paaltjes'
De voettocht van anderhalf uur voert langs verborgen en meer bekende plekken; door steegjes en over de kades van de mooiste delen van oud-Schiedam.
Er wordt verteld over het leven van de dichtende dominee HaverSchmidt, zijn tijdgenoten en het Schiedam van de tweede helft van de 19e eeuw; het zogenaamde Zwart Nazareth waarin het verschil tussen rijk en arm extremer was dan waar dan ook.
De route voert langs een aantal panden en plekken die een rol van betekenis hebben gespeeld in zijn leven. Bekend is de pastorie aan de Lange Haven, maar weinigen weten dat de vrijzinnig Hervormde predikant HaverSchmidt van 1864 tot 1877 in de Nieuwstraat woonde, aan de rand van de achterbuurt.
De bittere armoe die hij dagelijks waarnam kon hij nauwelijks verteren. Hij kreeg kansen Schiedam te verlaten, maar bleef omdat er een taak lag. Het leek bijna op een soort boetedoening. Zijn tragiek was bovendien dat hij zo graag de dominee van het volk wilde zijn, maar dat was overwegend rooms-katholiek. Er zat weinig anders op dan de arme families van de brandersknechten thuis op te zoeken.
Terwijl hij naar eigen zeggen 'de kerken leeg predikte', nam zijn populariteit als voordrachtskunstenaar toe. Het begon in Schiedam en Vlaardingen, maar al snel reisde hij het hele land door. Vooral de gedichten van Piet Paaltjens waren razend populair. In de Leidse studentenalmanak van 1856 had HaverSchmidt het lezerspubliek een onbekende dichter voorgesteld, uit wiens nagelaten werk hij een aantal verzen publiceerde.
In 1867 verscheen bij zijn overbuurman Roelants, de dichtbundel Snikken en grimlachjes. Toen de figuur van Piet Paaltjens door het succes van Snikken en grimlachjes, een eigen leven ging leiden, probeerde HaverSchmidt zich van hem te bevrijden. De studentikoze mystificatie was echter hardnekkig.
Volgens kenners voltrok in zijn literaire werk zich de overgang van romantiek naar realisme. Dit weerspiegelde zijn leven: van de idyllische jeugd in Friesland, naar de geïdealiseerde studietijd in Leiden en eindigend in de keiharde werkelijkheid van Schiedam. Uiteindelijk werden de armoe, persoonlijke tegenslagen, de machtsstrijd in de kerk en persoonlijke geloofstwijfel hem te veel: hij ging er letterlijk en figuurlijk aan kapot.
Pand Paulus
De Vereniging Paulus heeft veel aan HaverSchmidt te danken en hij vond er een platform en in zekere zin een schuilplaats. De Vereniging was in 1862 opgericht om het werk van apostel Paulus voort te zetten. Het nieuwe kiesrechtstelsel in de Hervormde Kerk van 1867 bracht veranderingen binnen Paulus. Het zendingswerk kwam op de achtergrond en Paulus werd de vereniging bij uitstek voor de vrijzinnig Hervormden. Een gift van een Schiedamse dame maakte de aankoop van het pand Korte Haven 125 mogelijk.
Tijdens de inwijding in 1871 droeg HaverSchmidt een gedicht voor. Pand Paulus werd behalve als gebedsruimte gebruikt voor lezingen, een leeskring, een reciteervereniging, een zangschool en een kinderkerk als aansluiting op de zondagsschool.
In 1888 werd de gevel van Pand Paulus aangepast volgens de smaak van de tijd, naar ontwerp van de architect J.J. Vormer. Het uit het begin van de 17e eeuw daterende pand kreeg een rijk bewerkte puntgevel met drie grote rondboogvensters. De gevel werd voorzien van speklagen in het metselwerk. Boven deur en ramen werden versierde spaarvelden en sluitstenen aangebracht.
In 1894 verkocht de vereniging Paulus het gebouw, dat vele en nooit definitief op te lossen bouwkundige gebreken had vertoond. Tot op de Tweede Kerstdag 1909 de Westvestkerk werd ingewijd, huurden de vrijzinnig Hervormden de Gasthuiskerk aan de Hoogstraat.
Sinds de restauratie in 1996 is Pand Paulus in gebruik als tentoonstellingsruimte.